De politieke soldaat
-een verklaring-
Derek Holland. Huntingdon 1984
Nederlandse vertaling door de Vrije Nationalisten Noord-Brabant
Deel 2: De noodzaak voor de politiek soldaat
“Wanneer een natie vurig op staat om te vechten voor zijn vrijheid en eer, is het altijd een minderheid die de massa echt doet ontbranden.”
Ondergang van het avondland
Oswald Spengler
Op de voorgrond van de strijd tegen de krachten van het kwaad, die de gehele wereld in een oceaan van vuil, corruptie en verraad storten, staan de verschillende Nationalistische bewegingen in Europa. In Brittannië is de enige georganiseerde kracht het Nationaal Front, maar zelfs deze maakte aardig wat fundamentele fouten in de jaren ’70 over wat noodzakelijk was om ons land te redden. De discussie ging altijd over of we hier of daar moesten marcheren; of we deze of die verkiezing moesten bevechten; of we iets moesten ondernemen om ons imago te verbeteren. Deze discussies waren ongeveer zo zinvol als een debat over wie welke dekstoel zou krijgen op de Titanic. Zeker, onze naam werd bekender, maar dit hadden we via andere methoden ook bereikt. Feit blijft dat al onze tijd, al ons geld en onze energie er niet toe heeft geleid dat we de komst van ook maar een enkele immigrant tegen hebben kunnen houden: het stopte niet de sluiting van ook maar een enkele fabriek: het stopte de fysieke en spirituele verkrachting van ons vaderland niet.
Ons falen was simpel maar cruciaal. Het was (en is) niet het beleid, de doctrines of de activiteiten die we nodig hadden – hoe belangrijk deze zaken ook zijn in het politieke geheel - maar een geheel nieuw type mens die iedere dag de nationalistische manier van leven leidt, die als een lichtend baken handelt en die een inspiratie vormt voor mede Britten om hem heen die wanhopig over onze situatie zijn. De andere partijen hebben generaties lang beleid en doctrines aangeboden aan ons volk, maar met welk effect? Waarom zou voor de gemiddelde Brit het NF anders zijn dan de anderen? Als we willen slagen moeten we het hart van de zaak raken: ons volk heeft een voorbeeld nodig die doet wat hij predikt. Dat voorbeeld noemen we de politiek soldaat.
Wat is de politiek soldaat?Als we kijken naar de bekendste periodes in de Europese geschiedenis, kunnen we makkelijk het type mens identificeren die de geest uitdraagt die onze natie zo hard nodig heeft.
In het oude Griekenland waren er de Spartanen, een zeer gedisciplineerd volk dat opging in de geschiedenis vanwege hun heroïsche strijd bij Thermopylae. Hier was het dat 300 Spartanen, geleid door hun krijgsheer Leonidas, het opnamen tegen 100.000 Perzische troepen onder keizer Darius: in plaats van te vervallen in angst omtrent de gigantische overmacht zongen de Spartanen trots hun strijdlied, het lied van Castor, en stierven als een man in een gevecht van vuur en bloed. Ondanks dat de Spartanen verloren, werden zij herinnerd door de geschiedenis.
In het antieke Rome was het de Romeinse Centurion wiens militaire vaardigheden en trouw aan Rome, het Pax Romana, ervoor zorgde dat een van de beste, goed georganiseerde rijken in de geschiedenis van de wereld kon worden opgebouwd. Een rijk dat ons veel erfgoed heeft nagelaten dat we kunnen koesteren.
In het Middeleeuwse Europa was het de Kruisridder wiens devotie aan de idealen van Ascetisme en ridderlijkheid dusdanig Europa belichaamde, zowel het Oosten als Westen, dat “ridderlijk gedrag” tot op de dag van vandaag nog steeds wordt gezien als een hoge vorm van lof. Deze ridders, een supranationale gemeenschap ontstaan uit een cultuur, werden door Paus Urban II omschreven als diegene “die zich haasten naar waar oorlog uitbreekt en daarmee de woede van hun wapens brengen om eer en recht te verdedigen.”
Wellicht het meest opvallende voorbeeld van politiek soldaatschap in onze eeuw is de Roemeense IJzeren garde, de legionairs beweging, gesticht en gevormd door het genie Corneliu Codreanu. De geest die deze beweging genereerde was zo sterk en vasthoudend dat het een geheel volk heeft geïnfecteerd. Zelfs vandaag de dag verwerpen de Communistische autoriteiten de legionairs; zo angstig zijn ze voor de spirituele en inspirerende kracht ervan – een kracht die groeit terwijl het gezwoeg van het Marxisme alles vernietigd wat het aanraakt.
Maar Europa heeft geen monopolie op politiek soldaten en alle volkeren en culturen hebben de potentie om dit type mens te produceren. Neem bijvoorbeeld de Islamitische Revolutionaire Garde van de Moellah in Iran. Het is niet nodig om het met een of alle van hun doelen eens te zijn om hun moed te kunnen waarderen en respecteren. Hun geloof in hun zaak is zo sterk dat zij ongewapend door mijnenvelden rennen om vijandige posities aan te vallen: hun idealen zijn zo allesomvattend dat ze vrachtwagens met bommen vijandige kampen in rijden terwijl ze goed begrijpen dat de dood onontkoombaar is. Of ze wel of geen gelijk hebben doet er niet toe, maar het is duidelijk dat deze macht, deze minachting voor de dood, hetgeen is waar overwinningen van worden gemaakt. Deze macht verdreef de Amerikaanse oorlogsmachine uit Libanon – terwijl de troepen van de VS vochten voor een baan, loonstrook en pensioen, vochten hun tegenstanders van de Revolutionaire Garde voor een ideaal, een onafhankelijk en Iranees, Iran. We moeten leren de macht van het idealisme niet te onderschatten.
Als we kijken naar enkele van de voorbeelden die ik beschreven heb, zal het voor de meeste lezers direct duidelijk worden dat het merendeel van hen krijgers en militairen zijn. Echter zou het zeer verkeerd zijn om te geloven dat dit aspect, het leger, het meest belangrijke aspect is, het is zelfs niet een van de belangrijkste aspecten. De gemeenschappelijke factor die het toelaat dat al deze mensen, ondanks hun ideologische verschillen, in dezelfde categorie geplaatst kunnen worden, is het feit dat ze geïnspireerd werden door een spiritueel en religieus ideaal dat hun gehele leven domineerde. Niets kwam tussen hen en hun ideaal. Zij waren bereid alles op te offeren voor de overwinning van hun ideaal. Als, om wat voor reden ook, hun zaak hen ontnomen zou worden uit hun leven, dan zouden deze levens geen enkele betekenis meer hebben, deze zouden niet belangrijk meer zijn. Ze waren goede krijgers omdat er een vuur van binnen brandde, een vuur dat enkel gedoofd kon worden als ze hun laatste levensadem slaakte. Het was een vuur dat hun tegenstanders vaak niet bezaten of begrepen, maar welke zij vreesden en respecteerden. Het is dat vuur, die brandende geest, die we opnieuw moeten laten oplaaien als onze cultuur nog enige noemenswaardige toekomst wil hebben. Als we niet in staat zijn om dit te realiseren, dan zijn al onze materialistische prestaties, al onze wetenschap en technologie, onze intellectuele pracht compleet nutteloos omdat het belangrijkste van het leven de wil om te leven is. Als deze wil afwezig is in ons volk, dan kan geen wetenschapper en geen gadget ons nog helpen.
Het is de taak van de politiek soldaat om de wil om te leven te promoten door de ware natuur van het leven te onthullen - in tegenstelling tot de materialistische nachtmerrie die in deze eeuw foutief voor “leven” wordt aangezien – en dit leven te leven. Om dit te kunnen doen moet de politiek soldaat een spirituele revolutie doorgaan, een innerlijke revolutie die zijn leven leidt. Wanneer dit doel inhoudelijk bereikt is zal de politiek soldaat al zijn acties beoordelen met de criteria of deze wel of niet de zaak ten goede komen. Hij zal niet de mens zijn die zegt: “Wat zit er voor mij in?”, maar de mens die zegt: “Wat kan ik doen om te helpen?”. Voor dit type mens bevatten bepaalde woorden de sleutel tot de betekenis van het leven: eer, recht, zelfrespect, eerlijkheid, geloof, nederigheid, compassie, liefde.
Hij zal het niet toelaten dat zijn eer of die van zijn natie wordt aangevallen of ondermijnd door de onwaardige: hij zal niet toekijken hoe zijn volk wordt uitgebuit, maar zal een stem in het gevecht voor gerechtigheid worden. Hij zal zijn zelfrespect niet verliezen en niet afhankelijk worden van zaken als drank en drugs, omdat hij weet dat hij onoverwinnelijk is als hij innerlijke kracht heeft. Hij zal in al zijn handelingen, klein en groot, eerlijk zijn omdat de Nationalistische militant leidt door voorbeeld. Hij heeft een allesomvattend geloof in de rechtvaardigheid van zijn zaak: hij zal de mens zijn die tot zijn grenzen en uiterste mogelijkheden strijd voor het welzijn van zijn volk en zijn natie, maar hij doet dit zonder enig verlangen naar lof of publiciteit. Hij zal nederig blijven omdat hij weet dat zijn acties een plicht zijn, een plicht die is geïnspireerd door een hoger levensdoel. Hij zal worden geroerd tot actie door de psychologische verkrachting van ons mooie land en de vernietiging van onze rijke cultuur: zijn compassie is zo groot dat hij de zwakken en hulpbehoevenden van onze natie zal verbergen met zijn grote kracht. Zijn liefde zal puur en verfrissend zijn, iedereen en alles doen opleven wat het aanraakt.
De politiek soldaat is de mens die wordt ondersteund door een eeuwig ideaal, een mens die positief handelt in elke situatie en hetgeen dat juist is in alle situaties verdedigt: goed en oprecht. Nog nooit in de geschiedenis van Europa was de noodzaak voor bataljons van politieke soldaten zo groot en zo belangrijk als nu.
De rijen van onze vijanden zijn immens: de banken, de Communisten, de vrijmetselarij, de Zionisten, de Kapitalisten. Zij hebben geld en macht: zij domineren de media: zij controleren gehele legers door hun controle over de overheid: zij injecteren afbrekende ideeën in de aders van de natie welke ons zwak en lusteloos maken.
En wat hebben wij om dit te bestrijden? Een paar duizend patriotten in ieder land in West Europa. Wij hebben geen geld, geen macht, geen invloed, geen noemenswaardige media. Wij zijn de Spartanen, de minderheid. Zij zijn de Perzen, de overmacht. In deze huiveringwekkende realiteit wegen onze landgenoten de kansen af en verlaten in drommen het slagveld, pratend over de “onontkoombaarheid” van zaken. “We kunnen niet winnen”, zeggen ze. “Het is al te ver gegaan”, zeggen ze. “Wellicht is het Communisme zo slecht nog niet”, zeggen ze. Gelijk had Emrys ap Iwan, de 19de eeuwse Nationalist uit Wales, toen hij opmerkte: “Het onvermijdbare is niet de hoge toren van de wijzen, maar slechts het toevluchtsoord van de timide”.
De politiek soldaat kijkt op een totaal andere manier naar deze grimmige realiteit omdat deze een idealist en een realist is. Het ideaal is het doel van onze strijd, realisme is de kwaliteit die ons laat zien hoe we het beste ons doel kunnen realiseren. De politiek soldaat die het wapentuig aan beide zijden opweegt, zal moeten toegeven dat we kansloos zijn op ieder vlak, behalve een. Deze uitzondering is ons geloof, ons ideaal, welke we hoger dragen dan het leven zelf en welke niet uit ons bestaan kan worden gekocht of gemarteld. Dit geloof is een vage herinnering, een gloeiende sintel in een groot deel van ons volk – het is de taak van de politiek soldaat om deze sintel op te stoken tot zijn flikkering groter en sterker groeit, tot het een razende inferno wordt die ons volk en land in zich op neemt in een zoektocht naar Nationale vrijheid, sociale rechtvaardigheid en een echt vrij Europa. De politiek soldaat dient voor onze landgenoten wiens moed hun in de steek heeft gelaten als een voorbeeld door zijn attitude en acties. Overal waar de politiek soldaat komt zal deze enthousiasme, kameraadschap en toewijding aanmoedigen door zijn aanwezigheid. Hij zal het licht zijn dat de grenzen van de duisternis verdrijft. Mensen zullen zijn advies willen: zij zullen zijn raad zoeken: zij zullen zichzelf verzamelen en harder dan staal terug keren naar de strijd.
Elke dag die voorbij gaat zien we uit het verminkte lichaam van onze Europese naties het bloed lekken. Het is een aanblik die slechts de cynicus of gedesinteresseerde kan aanzien zonder te ontaarden in een diepgaand medeleven en een heilige woede. De mooie vrouw die ooit de wereld behekst had met haar intellect, haar grandeur en haar levendigheid ligt nu in de goot, bewusteloos geslagen door de Barbaarse hordes van de supermachten. Enkel het leger van politiek soldaten is bereid haar te verdedigen tegen een reeks van gewelddadige klappen. Het leger is klein, de taak is immens, het vecht echter door. Het zal niet toelaten dat ons erfgoed, cultuur, tradities en nobele waarden de grond in worden geboord, voor altijd verloren door de lafheid van de meerderheid. Dit leger vecht om te winnen, maar als het verslagen wordt dan is dat het vonnis van het lot, dan zal het een strijd tot de laatste man worden met het zwaard in de hand – een bijdrage die eer aandoet aan onze beste voorouders.
En als de lafaards, de profeten van de “kunst van het mogelijke”, je aanvallen met de beschuldiging van “fanatisme”, denk dan aan de woorden van John Jenkins, een zoon waar Wales trots op kan zijn:
“Ik zal drie dingen zeggen over fanatisme: ten eerste, als het waar is dat een fanatiekeling de kracht van tien man heeft, dan is dat noodzakelijk omdat de andere negen man het niks uitmaakt. Ten tweede is het niet waar dat een fanatiekeling de kosten van een actie niet telt: ik werd fanatiek omdat ik niet bereid was de gevolgen van inactiviteit te accepteren. Als laatste, als Wales wil overleven en haar cultuur en erfgoed wil zien bloeien, moet dat gedaan worden door een woeste en onwankelbare devotie boven al het andere aan Wales. Onder “al het andere” vallen familie, vooruitzichten, carrières, gezondheid, vrijheid en het leven zelf. Ik geloof en ik weet dat Wales dit soort fanatisme kan inspireren en dat dit fanatisme de essentiële katalysator is, die nodig is om de meerderheid van het volk te laten bewegen.”
Wat Jenkins over Wales zegt is niet minder waar voor andere Britse naties en hun neven in Europa.
No comments:
Post a Comment