De Revolutionaire krachten
Fascisme en Nationaal-Socialisme worden vandaag de dag door de Bourgeois media neer gezet als monolitische doctrines die gehele landen aanstuurden met de unanieme goedkeuring van het Volk. Zionistische schrijvers hebben deze representatie in een gehele ideologie veranderd, die gehele rassen of klassen van Volkeren simpelweg neer zet als "haters" of "anti-semieten". Iedereen die er Nationale aspiraties op na houd wordt door hen gecriminaliseert. Dit soort raciale en etnisch reductionisme in samenwerking met de hersenloze nihilistische haat van leuzen schreeuwende Marxisten, staat een echt besef van de ideologische tendensen binnen de Europese anti-Communistische en Anti-Liberale Socialistische bewegingen uit de 20ste eeuw in de weg.
In een strijd tegen anti-Monarchistische, Bolsjewistische en Kapitalistische neigingen die door geheel Europa de kop op staken als de zwarte pest, ontwikkelde de grote denkers van Europa ideologieën die radicaal tegenover het bourgeois pragmatisme stonden. Deze denkers, waaronder Otto Strasser en Julius Evola, zijn tot voor kort in Europa grotendeels genegeert. Met de val van de U.S.S.R. en de val van de VS in imperialisme en ideologische afbraak, krijgen de denkers van de wereld een nieuwe kans om deze ideeën uit het verleden opnieuw uit te vinden.
Voor de machtsovername van de Nationaal-Socialisten in 1933 waren er twee verschillende stromingen binnen de Duitse Nationaal-Socialistische beweging. De Rechtse stroming binnen de beweging ontwikkelde zich rond de samenwerking van Herman Göring met de Duits-Pruisische aristocratie en de groot industriëlen. Het is via dit kamp dat Adolf Hitler uiteindelijk aan de macht kwam in 1933. De oppositie tegen deze stroming kwam van de Duitse Socialisten, die de Linkse stroming binnen het Nationaal-Socialisme vertegenwoordigden. Bij deze stroming kan men het Zwartfront rekenen dat zich rond de gebroeders Strasser vormden evenals de S.A. van Ernst Röhm. Deze Linkse elementen geloofden in de nationalisatie en herverdeling van het kapitaal van de aristocratie die Hitler steunden. Het verschil tussen deze kampen was niet triviaal. Het Rechtse kamp stond voor nationalisatie waarbij de staat enkel de industrie die tegen het belang van de natie handelden controleerde; de coöperaties die concurreerde met diegene die de NSDAP steunde of de bedrijven die door Joden beheert werden. Het Linkse kamp wilde nationaliseren om het kapitaal van alle zware industrie te herverdelen onder de arbeidersklasse, ongeacht of deze de NSDAP wel of niet steunden.
Voor de machtsovername van de Nationaal-Socialisten in 1933 waren er twee verschillende stromingen binnen de Duitse Nationaal-Socialistische beweging. De Rechtse stroming binnen de beweging ontwikkelde zich rond de samenwerking van Herman Göring met de Duits-Pruisische aristocratie en de groot industriëlen. Het is via dit kamp dat Adolf Hitler uiteindelijk aan de macht kwam in 1933. De oppositie tegen deze stroming kwam van de Duitse Socialisten, die de Linkse stroming binnen het Nationaal-Socialisme vertegenwoordigden. Bij deze stroming kan men het Zwartfront rekenen dat zich rond de gebroeders Strasser vormden evenals de S.A. van Ernst Röhm. Deze Linkse elementen geloofden in de nationalisatie en herverdeling van het kapitaal van de aristocratie die Hitler steunden. Het verschil tussen deze kampen was niet triviaal. Het Rechtse kamp stond voor nationalisatie waarbij de staat enkel de industrie die tegen het belang van de natie handelden controleerde; de coöperaties die concurreerde met diegene die de NSDAP steunde of de bedrijven die door Joden beheert werden. Het Linkse kamp wilde nationaliseren om het kapitaal van alle zware industrie te herverdelen onder de arbeidersklasse, ongeacht of deze de NSDAP wel of niet steunden.
Beide kampen dachten ook verschillend over Nationalisme en Imperialisme. Hitler streefde in 1920 al naar een oorlog om een Groot-Duitsland te realiseren en Europa te domineren. Strasser streefde naar een Duitse natie die was bevrijd van buitenlandse bezetters en Imperialistische neigingen. Beide kampen hadden ook een andere visie op de rol van de staat. Hitler zijn bourgeois neigingen, die zich ontwikkelden uit zijn samenwerking met de Duitse heersende klasse, leidde ertoe dat hij de essentie van de Fascistische doctrine omarmde; het idee van de corporatistische staat. De Linkse elementen geloofden in de vrijheid van individuele regulatie van zowel het persoonlijk als economisch leven, die zonder de vervuiling van buitenlandse doctrines en de heersende klasse, een organische neiging voor hun eigen cultuur zouden erven die werden belichaamt door de fundamenten van hun fysieke en spirituele natuur. De staat van Hitler werd door het Linkse kamp dan ook gezien als een verkeerde toepassing van het Nationaal-Socialisme door een leider die de Revolutie had verraden voor een samenwerking met de Bourgeoisie.
No comments:
Post a Comment