Het Rivkin Project:
Hoe Globalisme het Multiculturisme gebruikt om soevereine Naties te ondermijnen.
Deel 3
Veel snode doelen zijn opgelegd onder het mom van multiculturisme en slogans als “gelijkheid” en “mensenrechten”. Net zoals “democratie” in de recente geschiedenis werd gebruikt als rechtvaardiging voor het platbombarderen van staten, dienen deze slogans vaak als retoriek om het voor te doen als een goede bedoeling en om de ware doelen die gemotiveerd worden door macht en hebzucht te verbergen.
Men zou kunnen denken aan de wijze waarop de doelen van de “Uitlanders” werden geagiteerd als rechtvaardiging voor de Anglo-Boer oorlogen met als doel de minerale rijdom van Zuid Afrika te winnen ten gunste van Cecil Rodes en Alfred Beit. Een soortgelijke kwestie werd in onze tijd een nieuw leven ingeblazen onder de naam van “vechten tegen apartheid”. En terwijl de gehele wereld de toekenning van macht aan het ANC bejubelde was de harde realiteit dat de Afrikanen geen enkele materiële profijt hadden van deze strijd. Het enige doel was om de genationaliseerde ondernemingen te privatiseren zodat deze verkocht konden worden aan het globale kapitalisme. Toen in 2000 de patriarch van het Zuid Afrikaanse kapitalisme, Harry Oppenheimer - wiens familie een traditionele vijand van de Afrikanen was - overleed, werd hij door Nelson Mandela geprezen met de woorden: “Zijn contributie aan de bouw van een partnerschap tussen het grote bedrijfsleven en de nieuwe democratische regering in die eerste periode van democratische heerschappij kan nooit genoeg gewaardeerd worden.”
De “democratie” die Oppenheimer en andere plutocraten samen met het ANC hebben gecreëerd in Zuid Afrika is de vrijheid voor het globaal kapitaal om het land uit te buiten. Mandela verklaarde in 1996 over deze “lange mars naar vrijheid”: “Privatisering is het fundamentele beleid van het ANC en dit zal zo blijven.” In zijn commentaar over de privatisering van de gemeentelijke watervoorziening in Johannesburg, die nu van de Franse corporatie Suez Lyonnaise Eaux is, heeft het AKC verklaart dat: “Eskom is een van vele door de overheid beheerde parasieten die tijdens de apartheid zijn gecreëerd en die door de democratisch verkozen regering worden geprivatiseerd in een poging om geld in te zamelen.” Het was dezelfde uitkomst voor Zuid Afrika als de “bevrijding” van Kosovaarse mineralen uit naam van “democratie” en in naam van rechten voor moslims onder Servische heerschappij. Dit terwijl andere moslims onder hun eigen heerschappij worden gebombardeerd tot zij zich onderwerpen aan de VS en zijn bondgenoten.
De doelen van het globale kapitalisme
De natuur van de globalistische dialectiek wordt zeer overtuigend uitgelegd door Noam Chomsky:
“Kijk, kapitalisme is niet fundamenteel racistisch – het kan racisme uitbuiten om haar doeleinden te benutten, maar racisme is er niet in gebouwd. Kapitalisme wil in principe dat mensen verwisselbare tanden zijn en verschillen tussen hen, bijvoorbeeld op basis van ras, zijn dan ook niet functioneel. Ik bedoel hiermee dat ze voor een korte periode functioneel zijn, bijvoorbeeld als je een zeer uitgebuite arbeidskracht nodig hebt, maar deze situaties zijn een soort van afwijking. Op de lange termijn kan men verwachten dat kapitalisme anti racistisch is – enkel omdat het onmenselijk is. En ras is in feite een menselijk karakteristiek – er is geen enkele reden waarom het een negatieve karakteristiek moet zijn, maar het is een menselijke karakteristiek. Daarom dus dat identificaties die gebaseerd worden op ras strijdig zijn met het fundamentele ideaal dat mensen enkel beschikbaar moeten zijn als consumenten en producenten, verwisselbare tanden die alle troep kopen die geproduceerd wordt – dat is hun ultieme functie en elke andere waarden die ze wellicht hebben zijn irrelevant en hinderlijk.
Deze verklaring van Chomsky verwoord zeer overtuigend de gehele situatie.
Frankrijk als een sociaal laboratorium voor globalisatie
Het Rivkin offensief is de laatste in een lange lijn van programma’s om de Franse identiteit te ondermijnen. Frankrijk is een paradox, die de kosmopolitische waarden van de bourgeois revolutie van 1789 combineert met een koppig traditionalisme en nationalisme, die de globalisten benoemen als “xenofobie”. Het manifesteert zich zelfs op kleine manieren zoals bijvoorbeeld de wettelijke verplichting voor Franse ambtenaren en politici om ongeacht hun kennis van andere talen in het Frans te spreken met buitenlandse media. Het wijdverspreide verzet tegen MacDonalds en Disney World in Frankrijk is een ander voorbeeld.
Frankrijk vecht, net als een groot deel van de rest van de wereld, een culturele strijd tegen globalisatie en is aan het verliezen. Jeff Steiner zijn column “Amerikanen in Frankrijk” refereert aan de manier waarop de Fransen zich eens verzetten tegen de opening van een Amerikaanse fastfood keten die onderdeel vormde van “de Amerikaanse culturele invasie.” Steiner schrijft:
“… Dat lijkt een ver verleden nu MacDonalds een onderdeel van de Franse cultuur is geworden en niet langer als Amerikaanse import wordt gezien, maar als geheel Frans. Kort gezegd zijn de Fransen net zoals in zoveel andere landen gewent aan de MacDonalds. Ik ben bij enkele MacDonalds in Frankrijk geweest en met uitzondering van een in Strasburg zien alle MacDonalds er in Frankrijk hetzelfde uit als hun tegenhangers in Amerika. Ja, er zijn nog steeds diegene die de MacDonalds vervloeken als het symbool van de Amerikanisatie van Frankrijk en die ook de unieke keuken van Frankrijk zien verdwijnen. Het menu in een Franse MacDonalds is een bijna exacte kopie van wat men vind in een MacDonalds in de VS. Het overviel mij dat ik hetzelfde kon bestellen als dat ik in de VS zou doen, in Engels dus, maar met dat vreemde Franse accent erin. Als de waarheid werd verteld, dan zijn de Fransen die in de MacDonalds eten net zo thuis als dat een Amerikaan dat zou zijn.
Dit ogenschijnlijke triviale voorbeeld is eigenlijk van een immens belang om te laten zien hoe een sterke cultuur zoals die van Frankrijk – tot voor kort een zeer trotse natie – kan bezwijken, met name onder druk van marketing richting jongeren. Het is een schoolvoorbeeld van de standaardisatie die de Amerikaanse bedrijfscultuur met zich mee brengt. Dit is wat de globalistische elite wenst op wereldschaal, wat zelfs invloed heeft op wat men eet. Opvallend is dat de weerstand tegen MacDonalds vooral kwam van boeren, een traditionalistisch segment van de Europese populatie die meer en meer verdwijnt onder het globalistische regime en die uitsterft als de agricultuur een agrarische industrie wordt.
Gezien de status van Frankrijk in Europa en de historische neiging om haar soevereiniteit te handhaven tegenover Amerikaanse belangen – vrij recent nog met haar oppositie tegen de oorlog in Irak – blijft Frankrijk een van de grote struikelblokken voor globalisme in Europa. Een extra zorg is dat Frankrijk haar koppige “xenofobie” naar de verkiezingen brengt en er een anti globalistische partij wordt verkozen. Deze zorg wordt gereflecteerd door de electorale ups en downs van het Front National, die zich tegen zowel globalisatie als privatisering verzet.
Dat is de belangrijkste reden voor Rivkin zijn verreikende subversieve en interventionistische programma die moslims wilt assimileren in de Franse samenleving, wat er uiteindelijk toe zal leiden dat het Franse bewustzijn fundamenteel wordt omgevormd tot een meer kosmopolitisch bewustzijn. Dat dit de bedoeling is staat duidelijk omschreven in Rivkin zijn ambassade documenten waarin hij verklaart dat de Ambassade de effecten van het “outreach” programma tegen steun voor “xenofobische” politieke partijen en platformen zal gaan monitoren.
Tegen de “xenofobie” van Frankrijk laat R.J. barnet en R.E. Mullers hun studie over de globale corporatie, “Global Research”, zien dat de Franse bedrijfselite al lang op zoek is naar de ondermijning van de fundamenten van de Franse traditie. Jacques Maisonrouge, president van de IBM World Trade Corporation, wilt benadrukken dat “Weg met de grenzen!” - een studenten slogan tijdens de opstand van de universiteit van Parijs in 1968 - een slogan is die meer dan welkom is bij IBM. Hij verklaart dat de “wereld managers” geloven dat zij de wereld kleiner en meer homogeen maken. Maisonrouge beschrijft goedkeurend de globale corporate executives als “de ontwortelde internationale carrière mannen”. Het is deze ”ontworteling” die de basis vormt voor een “wereld consumenten cultuur” die nodig is om een meer efficiënte wereld economie te creëren.
Parijs is allang een kosmopolitisch centrum en daarom ideaal als een prototype voor de “globale stad” van de toekomst. In 1970 ontwikkelde Howard Perlmutter en Hasan Ozekhan van de Warton School of Finance Worldwide Institutions Program een plan voor een “globale stad”. Parijs werd voor dit doel gekozen. Prof. Perlmutter was een consultant voor globale corporaties. Zijn plan werd toegewezen door de Franse regering. Perlmutter voorspelde dat in de jaren ’80 de steden “globale steden” zouden worden.
Voor parijs hield dit in dat het “minder Frans werd” en een “denationalisering” onderging. Hiervoor, stelde hij, is een psycho-culturele verandering van het beeld nodig met betrekking tot de traditionele impressie van de “xenofobie” die de Fransen lijken uit te stralen. De parallellen met het recente Rivkin programma zijn duidelijk. Purlmutter opperde dat het introduceren van een multicultuur de beste manier was om van het Franse nationalisme af te komen. Hij pleitte voor een “globalisatie van culturele gebeurtenissen” zoals internationale rock festivals, als een tegengif voor “nationalistische cultuur”.
Het ondermijnen van de Franse nationalistische cultuur is de reden dat Rivkin zocht naar sterke connecties tussen Hollywood en de Franse cultuur industrie. Rivkin kent de waarde van entertainment bij het omzetten van attitudes, zeker onder jongeren. Nadat hij werkte als een corporatieve financiële analist bij de Salamon Brothers, ging Rivkin in 1988 werken bij de Jim Henson Company als directeur voor strategische planning. Twee jaar later werd hij vice-president van het bedrijf.
De Jim Henson Company produceert Sesam Straat, wiens lieve kleine muppets een gecalculeerde globalistische agenda propageren aan kleuters. Lawrence Balter, professor psychologie aan de universiteit van New York, schreef dat Sesam Straat kinderen een breed vlak van ideeën, informatie en ervaringen aanbied over onderwerpen zoals dood, culturele trots, raciale relaties, mensen met een handicap, bruiloften, zwangerschap en zelfs ruimte verkenning. Deze serie was de eerste die educatieve onderzoekers aan werk hielp. Met de formatie van een onderzoeksafdeling kreeg Sesam Straat subsidies van de Ford Foundation, de Canergie Corporation en de US Office of Education. Wat hierbij opvalt is dat de Canergie Corporation en de Ford Foundation ook de beschermheren zijn van de Pacific Councel on International Policy.
De creatie van de wereldconsument
Zoals Chomsky liet zien ziet het globalisme de mensheid in termen van verwisselbare tanden in de productie en consumptie cyclus. De top van de corporatieve menselijke evolutie is de transformatie in “ontwortelde, internationale carrière mannen.” Volgens de financieel journalist G. Pascal Zachary willen deze wortelloze kosmopolitanen een “informele globale aristocratie” opzetten die gerekruteerd wordt door corporaties over de gehele wereld. Een nieuwe klasse die niet gehinderd wordt door nationale, culturele of etnische bindingen.
Barnet en Muller quoten Pfizer’s John J. Powers die stelt dat globale corporaties de “agenten van sociale, economische en culturele verandering zijn.” Zij schrijven dat globale topmannen het “irrationele nationalisme” zien als een rem op de “vrije stroom van geld kapitaal, technologie en goederen op een wereldwijde schaal.” Een cruciaal aspect van nationalisme zijn “de verschillen in psychologische en culturele attitudes, die de taak om de wereld homogeen te maken tot een geïntegreerd geheel, bemoeilijken. Cultureel nationalisme is dan ook een serieus probleem omdat het een concept als de “Globale supermarkt” bedreigt.”
Dit “culturele nationalisme” wordt door Rivkin en alle andere voorvechters van globalisme beschreven als “xenofobie”, tenzij deze “xenofobie” kan worden gebruikt in dienst van een militair avontuur wanneer omkopingen, embargo’s en dreigementen erin falen een staat te laten luisteren. Dan worden de Amerikaanse globalistische elite en hun bondgenoten plots “patriotten”.
Barnet en Muller citeren A.W. Clausen die toen deze hoofd was van de Bank of America verklaarde dat nationale, culturele en raciale verschillen tot “marketing” problemen leiden terwijl hij klaagt dat er niet zoiets als “een uniforme, globale markt bestaat.” Harry Heltzer, Chief Executive Officer van 3M stelde dat globale corporaties een “machtige stem zijn voor de wereldvrede omdat hun alliantie met geen enkele natie of ras is maar met de fijnere aspiraties van de mensheid, die de mensen in de wereld kan verenigen rond een gedeeld economisch doel.”
Deze “fijnere aspiraties van de mensheid”, bij anderen bekend als hebzucht en gierigheid, hebben de aarde vervuilt, wereldwijde economische recessie veroorzaakt en opereren via woekeren wat in vroegere tijden nog als een zonde werd beschouwt. Deze “fijnere aspiraties” hebben, meestal in naam van “wereldvrede” en “democratie”, door zakelijke afrekening meer oorlogen op hun geweten dan welk “xenofobische” dictator ook.
De Rivkin doctrine voor Frankrijk is een verreikend programma om - vooral de jongeren - te transformeren in globale lemmings berooft van hun culturele identiteit. Dit gebeurt via een Orwelliaanse “dubbele gedachte” uit naam van het “multiculturisme”.
Kerry Bolton
No comments:
Post a Comment